Sinds ik in 2018 begon met werken in het onderwijs, kwam ik de term ‘21e-eeuwse vaardigheden’ regelmatig tegen. Het idee was dat deze vaardigheden leerlingen moesten voorbereiden op een snel veranderende maatschappij. Vaardigheden zoals communiceren, samenwerken, probleemoplossen, zelfregulatie, mediawijsheid, ICT-basisvaardigheden, computational thinking, kritisch denken en creatief denken – je kent ze vast wel.
Maar, wat blijkt? Er is al jarenlang kritiek op deze vaardigheden. Ze zouden te vaag en te breed zijn. Hoe moeten we ze precies begrijpen? En hoe passen we ze concreet toe in de praktijk?
Als reactie op deze kritiek heeft het SLO besloten dat de 21e-eeuwse vaardigheden niet meer van deze tijd zijn. Ze zijn vervangen door een nieuwe, duidelijke indeling van vaardigheden. Maar wat betekent dit voor het onderwijs? En wat moet jij als leraar nu weten?

Even opfrissen: wat zijn de 21e-eeuwse vaardigheden ook alweer?
De 21e-eeuwse vaardigheden werden bedacht om scholen handvatten te geven om toekomstgericht onderwijs te bieden. Het idee was om leerlingen voor te bereiden op de maatschappij van de 21e eeuw. Het betrof een lijst van 11 vaardigheden die als essentieel werden beschouwd: sociale en culturele vaardigheden, zelfregulering, kritisch denken, creatief denken, probleemoplossen, computational thinking, informatievaardigheden, ICT-basisvaardigheden, mediawijsheid, communiceren en samenwerken (Thijs et al., 2014).
Kritiek op de 21e-eeuwse vaardigheden: te vaag, te breed!
Dus, waarom was er zoveel kritiek? Het komt neer op een paar belangrijke punten (Sol & Visser, 2023):
Te vaag en te breed
De vaardigheden waren erg algemeen beschreven, waardoor ze op verschillende manieren te interpreteren waren. Er ontbrak een eenduidige definitie. Wat maakte dat het voor scholen lastig was om te bepalen welke vaardigheden ze moesten prioriteren en hoe ze die in de praktijk moesten toepassen. Het idee was om praktische handvatten te geven, maar in werkelijkheid leek het meer op een wenslijstje.
Teveel focus op de economie
Veel mensen gaven aan dat de vaardigheden te veel gericht waren op de arbeidsmarkt en de economie. Er werd minder aandacht besteed aan de brede, persoonlijke ontwikkeling van leerlingen. En laten we eerlijk zijn, die brede ontwikkeling is juist wat leerlingen écht nodig hebben in deze snel veranderende wereld.
Generieke vaardigheden: werken ze overal?
Psychologen gaven aan dat vaardigheden zoals probleemoplossen niet zomaar van de ene situatie naar de andere konden worden overgedragen. Stel je voor: een schaker kan goed nadenken over strategische situaties, maar dat betekent niet dat deze vaardigheid helpt bij wiskunde. De generieke benadering van de 21e-eeuwse vaardigheden bleek moeilijk toepasbaar in specifieke vakken.
De kloof tussen theorie en praktijk
Veel kritiek kwam van leraren die merkten dat de vaardigheden vaak zonder context werden geleerd. Vaardigheden zoals samenwerken of probleemoplossen werden bijvoorbeeld vaak in mentorlessen behandeld, maar zonder ze te koppelen aan de vakken waar ze eigenlijk voor bedoeld waren. Dit maakte het moeilijk voor leerlingen om de vaardigheden echt in de praktijk toe te passen.
Dus, wat nu? Geen 21e-eeuwse vaardigheden meer! Wat komt daarvoor in de plaats?
Het is duidelijk: de kritiek op de 21e-eeuwse vaardigheden was niet mals en ze sloten niet meer aan bij de huidige tijd. Daarom besloot het SLO een nieuwe, duidelijkere indeling van vaardigheden te maken die beter past bij de vakken en de leerdoelen die leerlingen moeten beheersen. Wat zijn deze nieuwe vaardigheden? Hier komen ze (Sol, 2023):
- Leesvoorwaardelijke vaardigheden
- Basisvaardigheden
- Vakvaardigheden
- Denkvaardigheden
- Samengestelde vaardigheden
Makkelijker, toch? In plaats van de 21e-eeuwse vaardigheden, spreken we nu gewoon van ‘vaardigheden van het landelijk curriculum’. Deze indeling is (hopelijk) eenvoudiger te begrijpen en sluit beter aan bij de praktijk.

Dit roept natuurlijk vragen op!
Wat houden de vijf nieuwe vaardigheden precies in? Zijn ze daadwerkelijk eenduidig gedefinieerd en bieden ze de praktische handvatten die scholen nodig hebben? Zijn de nieuwe vaardigheden makkelijker toe te passen in de klas?
In mijn volgende blog duik ik dieper in deze vragen. Houd de blog dus goed in de gaten, want we gaan dieper in op de nieuwe vaardigheden en wat ze echt betekenen voor jou als leraar!
Wist je dat je je complexe vaardigheden kunt versterken door het maken van dancemuziek? Lees het blog: Mix it, drop it, own it! Versterk je skills door het maken van dancemuziek!
Of wil je meer te weten komen over wat leren nu precies inhoud? Lees het blog: Leren – méér dan alleen kennis.
Bronvermelding:
Thijs, A., Fisser, P., & Hoeven, M. van der (2014). 21e eeuwse vaardigheden in het curriculum van het funderend onderwijs. Enschede: SLO.
Sol, Y. (2023). Vergelijking nieuwe categorisering van vaardigheden met 21e-eeuwse vaardigheden. In SLO.
Sol, Y., & Visser, A. (2023). Vaardigheden in het landelijke curriculum: Verantwoording van de categorisering en definiëring van vaardigheden bij de actualisatie van kerndoelen en examenprogramma’s. In SLO.
Geef een reactie